Schutterij Sint Thomas van Aquino Blerick

 

"Blerick, in sommige schriften der middeleeuwen Bleirvicus, Blericum, Blaricum, doch in de meeste stukken van dien tijd Blerke, Blericke of Bledericke genaamd, was in den romeinschen tijd bekend onder den naam van Blariacum", aldus G.Peeters (1870). Hiermee is ook de voorgeschiedenis van de naam van het stadsdeel Blerick verduidelijkt.

 

Wanneer je tegenwoordig door het stadsdeel Blerick loopt, zie je praktisch geen bebouwing meer uit de tijd dat Blerick nog een dorp met een sterk agrarisch karakter was. Geheel anders is de situatie in de kerkdorpen Boekend en Hout-Blerick, waar nogal wat oude bebouwing bewaard is gebleven. Blerick is qua bebouwing grotendeels veranderd in een verstedelijkte woonwijk.

 

Sinds de stadswording van Venlo op 1 september 1343, maar waarschijnlijk al veel eerder, was Venlo omgeven door een omwalling. Op de Blerickse Maasoever lag tegenover de stad reeds in 1461 een militair gebouw. Voor Blerick leverden de vele belegeringen van de vestingstad Venlo telkens problemen op met veel materiële schade aan onroerende goederen. De veelvuldige verwoesting van gebouwen is er waarschijnlijk de oorzaak van dat in Blerick zo weinig ‘oude’ gebouwen bewaard zijn gebleven. Het kerspel Blerick bestond al zeer vroeg uit drie woonkernen, rotten genaamd. Op de eerste plaats was er het huidige centrum van Blerick plus enige bebouwing aan het Nieuwborg en de Horsterweg. Dit gedeelte heette het Dorp, Blerick of Maes-Blerick. Daarnaast had je het Hout-Blericker rot en het Boekender rot. Gemiddeld genomen kun je stellen dat het aantal inwoners van Blerick tussen ongeveer 1450 en 1875 steeg van minder dan 700 tot ruim 2.200.

 

Zeer belangrijk voor de ontwikkeling van Blerick was de opening van de spoorlijn Venlo-Eindhoven in 1865 en de lijn Venlo-Nijmegen in 1883. In januari 1869 kreeg Blerick een eigen spoorwegstation. Bij de los- en laadplaats aan het einde van de Broekstraat (Pepijnstraat) was het een drukte van jewelste. Toen de spoorwegen in 1889 in Blerick een wagenwerkplaats openden, betekende dit een enorme uitbreiding van de werkgelegenheid, die er aan bijdroeg dat Blerick geleidelijk zijn landelijke karakter verloor. Belangrijk was ook de vestiging in februari 1876 van het klooster van de zusters van de Goddelijke Voorzienigheid aan de Markt (Antoniusplein) en vanaf 1898 aan de Antoniuslaan. Afgezien van de betekenis voor het religieuze leven en het onderwijs in Blerick vormde de vestiging van een dergelijke gemeenschap een belangrijke stimulans voor de lokale economie. Naast het klooster leidden de zusters namelijk ook twee internaten, verschillende types scholen en een pension voor dames en heren. Begin jaren dertig van de twintigste eeuw woonden en werkten er binnen de Blerickse kloostergemeenschap rond de 800 personen. Langzamerhand groeide de behoefte aan woningen, scholen en kerken en werden voor arbeiders en militairen aparte wooncomplexen gebouwd. Ook op cultureel, maatschappelijk en sportief gebied was Blerick zeer actief.

 

Op het einde van de negentiende eeuw kreeg de stad Venlo langzamerhand gebrek aan woonruimte. De stad heeft in de loop der tijd verschillende pogingen ondernomen om Blerick uit de gemeente Maasbree los te weken en bij Venlo te voegen. Dit streven werd in Blerick resoluut van de hand gewezen. In 1911, toen op het terrein van het voormalige fort Sint-Michiel in Blerick de bouw van de nieuwe infanteriekazerne (Frederik Hendrikkazerne) in volle gang was, stelde het Venlose gemeentebestuur opnieuw pogingen in het werk Blerick bij Venlo te voegen. De Blerickse politie zou de openbare orde niet kunnen handhaven wanneer de infanteristen van de kazerne in de Blerickse cafés een biertje zouden gaan drinken. Dit Venlose streven leidde niet tot succes, evenals een nieuwe poging in 1921. Toen in 1938 burgemeester Janssens aantrad, werd de discussie opnieuw aangezwengeld, ditmaal door het provinciaal bestuur. Het belangrijkste argument was de grote afstand tussen de drie dorpen van de gemeente Maasbree en vooral het afwijkende, verstedelijkte karakter van Blerick. Ten slotte speelde ook de geografische en economische vergroeiing van Blerick met Venlo een grote rol. Zo leverde Venlo bijvoorbeeld, ondanks de ‘annexatiestrijd’, elektriciteit en gas aan het centrum van Blerick. Tevens werkten er veel Blerickenaren in Venlo en omgekeerd. Daarnaast was Blerick ook in stedenbouwkundig opzicht sterk op Venlo gericht: de belangrijkste wegen ontmoeten elkaar bij de oprit van de brug naar Venlo. In 1940 brak de Tweede Wereldoorlog uit. Tijdens het eerste oorlogsjaar viel voor Blerick het doek. Op 1 oktober gebeurde datgene waartegen veel Blerickenaren zich jarenlang verzet hadden: de samenvoeging met Venlo. Burgemeester Berger van Venlo kreeg er in één klap 10.865 burgers bij.

Sint Thomas van Aquino Blerick

Blijkens historische documenten werd de ‘Sint Theunisbreurscap aldaer’ al in 1461 door Hertog Arnold van Gelder begiftigd met alle plaatselijke hertogenlijke inkomsten. Dit gebeurde als vergoeding voor geleverd hout en mankracht bij de bouw van ‘ein bolkchuys op de Staat teghen Venlo’ tijdens de Gelderse burgeroorlog. Zeer waarschijnlijk is de genoemde Sint Antoniusbroederschap bij die gelegenheid tot stand gekomen door de fusie van drie oudere broederschappen, namelijk die van Sint Anna, Sint Hubertus en Sint Sebastianus.

 

Deze waren natuurlijk maar klein maar ze functioneerden, waarvan drie zilveren schilden van de 16e eeuw getuigen die momenteel in het Limburgse Museum te zien zijn. Deze oude gilden hebben ondanks die fusie hun zelfstandigheid nooit helemaal opgegeven: Zij hielden nog eeuwenlang hun eigen teerdagen en patroonsfeesten. Pastoor Pontanus meldt nog rond 1680, dat de broeders van Sint Antoon telkenjare met de Pinksterkermis ‘drie vooghelen schoten en drie koninghen maeckten’. In een openbare aanbesteding van een nieuwe schietboom en enige reparaties aan de schutterskamer in 1805 was ook het maken van drie houten vogels inbegrepen.

 

In vroeger tijden droeg men nog geen uniformen, maar met een pet op kwam je ook al heel ver. In 1875 fuseerden alle kleine schutterijen onder een nieuwe naam namelijk Sint Thomas. De schutterij had vroeger ook veel eigendommen zoals grond in de buurt van de Watermeule, en een eigen altaar. Daar is niets meer van over, de grond is geen eigendom meer en de kerk is in de oorlog verwoest De administratie zal in vroeger tijden ook niet je-van-het zijn geweest, Sint Thomas van Aquino Blerick heeft hier dan ook geen archiefstukken van in het bezit.

 

In 1932 splitste zich van de schutterij een groepje mannen af en vormde een handboogschutterij met dezelfde naam. Dat schiep verwarring en daarom voegde de schutterij aan de naam “Aquino” toe.

 

In de dertiger jaren was Frits Rutten al lid van de Schutterij. In die tijd waren er veel werklozen en deze mochten (anders dan nu) geen lid zijn van een vereniging waar lidmaatschapsgeld verschuldigd was. Om niet die leden te verliezen heeft Frits Rutten toen gezorgd dat zij lid bleven. Ook had men in die tijd een ziekenbus waarin door de leden een kleine bijdrage werd gedaan. Voor leden die ziek werden en daardoor geen inkomen hadden, werd daaruit een bijdrage gegeven.

 

Men heeft vroeger op diverse plaatsen geschoten, bij Sur Meuse, bij de Ringoven en in de Boekend op de Groot Achter Kockerseweg. Tegenwoordig wordt geschoten op twee kogelvangers aan de Drie Decembersingel naast het Blariacum college.

 

In de vijftiger jaren had men als uniform een zwarte jas, platte pet en een witte broek en een spies.

In de zeventiger jaren kreeg men het blauw met gele uniform, een gildenuitrusting. Geel en blauw zijn namelijk de kleuren van Blerick, in het uit drie delen bestaande wapenschild van de gemeente Maasbree (Maasbree, Blerick en Baarlo). Deze uniformen hebben dienst gedaan tot 2005. Toen hebben de Vrienden samen met de leden gezorgd voor nieuwe uniformen ontworpen door Heer Smits, die ook het uniform van de federatiepresident Frans Wolters heeft ontworpen. Een donkergroen kostuum (brons groen eikenhout) ceintuur oranje (trouw aan het vorstenhuis) en de hoed met bovenop veren in de Blerickse kleuren geel en blauw. In 1986 zat de schutterij op een dieptepunt. Men kon twee dingen doen: opheffen of opnieuw opbouwen. Het laatste is gebeurd. De vrienden van de Schutterij werden in het leven geroepen als Broederschap van de Heilige Antonius en o jee, er kwam een nieuwe voorzitter, een vrouw wel te verstaan. Oproer in schuttersland, want dat kon niet. Edoch de nieuwe voorzitter zei dat men haar moest aanvaarden als mens, zoals zij dat ook zou doen. Riet Fleuren-Swinkels is vanaf 1986 tot en met 2006 voorzitter geweest van Sint Thomas van Aquino Blerick.

 

Met hulp van de Broederschap en de leden is men er in geslaagd de schutterij weer nieuw leven te geven. Het schutterslokaal ziet er prima uit; er is een kogelvanger bijgeplaatst; de uniformen zijn in orde en men is weer geaccepteerd. Het blijft hard werken voor iedereen om dit niveau te handhaven maar de wil is er. Sint Thomas van Aquino Blerick heeft, na 14 jaar geen bondsschuttersfeest georganiseerd te hebben, de organisatie verricht van het derde bondsschuttersfeest van de Schuttersbond ‘Juliana’ in 2007.